Homo woordenboek

AIDS –
Ernstige (dodelijke) ziekte als gevolg van een HIV-infectie. HIV tast het afweersysteem aan waardoor de ziekte AIDS kan ontstaan. Als iemand AIDS heeft, is het afweersysteem enstig afgezwakt. Daardoor kunnen legio ziekten de kop op steken waar het lichaam niet meer tegen kan vechten.

Aftrekken –
Het met de hand stimuleren van de mannelijke geslachtsdelen.

Anaal-condoom
Speciale stevige condoom gemaakt en getest voor anaal seksueel verkeer. Ook wel ‘homo-condoom’ genoemd.

Beffen –
Bij vrouwen het met de mond stimuleren van de vagina of anus.
Bij mannen het met de mond stimuleren van de anus.

Beflapje –
Rubber of plastic lapje om (in het kader van het veilig vrijen) mee te beffen.

Biseksualiteit –
Het seksueel gericht zijn op mensen van zowel de eigen als de andere sekse. Deze definitie is niet volledig, want biseksualiteit is meer dan alleen dat.

Biseksueel –
Iemand die seksueel is gericht op mensen van zowel de eigen als de andere sekse.

Chlamydia –
Een SOA. Voor meer informatie zie www.soa.nl.

COC –
Belangenorganisatie van holebi’s in Nederland (www.coc.nl). Officieel is het de FNVIH-COC (Federatie van Nederlandse Verenigingen tot Integratie van Homoseksualiteit COC). De letters COC stammen nog van vroeger toen homoseksualiteit verboden was en er een gekuiste naam nodig was. De letters staan voor Cultureel OntspanningsCentrum.

Coming out –
Het naar de omgeving openlijk (durven) zijn over je homo- of biseksuele gevoelens. Ook wel aangeduid met ‘het uit de kast zijn’.

Condoom –
Voorbehoedmiddel bestaande uit een latex koker die om de stijve penis wordt aangebracht. Uitstekende bescherming tegen SOA waaronder HIV.

Dyke –
Engelstalig scheldwoord voor een zogenaamde ‘mannelijke’ lesbienne.

Faggot –
Engelstalig scheldwoord voor een homoseksuele man.

Flikker –
Scheldwoord voor homoseksueel.

Gay –
Engelse benaming voor homoseksueel.

Gay-games –
Soort van Olympische Spelen voor homo’s, lesbiennes en biseksuelen. Ontstaan vanuit een emancipatorische doelstelling. Wordt eens per vier jaar gehouden in telkens een andere wereldstad.

Gay-pride –
Jaarlijks homofestijn in Amsterdam dat een lang weekend duurt. Traditioneel element is de Canal-parade waarbij allerlei boten door de grachten varen met daarop uitgedoste homo’s en lesbiennes.

Geaardheid –
Het heteroseksueel, homoseksueel, lesbisch of biseksueel zijn. Ook wel seksuele voorkeur genoemd.

Geregistreerd partnerschap –
Wettelijke verbintenis tussen twee mensen (v/m, v/v of m/m). Hieraan zijn bijna exact dezelfde wettelijke rechten en plichten verbonden als aan het huwelijk. Het verschil zit erin dat bij een geregistreerd partnerschap de ontbinding via de notaris verloopt. Bij een huwelijk is dat de rechter. Daarnaast is het adoptierecht bij een huwelijk anders geregeld.

Heteroseksualiteit –
Het seksueel gericht zijn op mensen van de andere sekse.

Heteroseksueel –
Ook wel hetero genoemd. Iemand die seksueel is gericht op mensen van de andere sekse.

HIV –
Een SOA. Voor meer informatie zie www.soa.nl .

HIV-test –
Specifieke SOA-test (via een bloedmonster) om te achterhalen of iemand met het HIV-virus is besmet. Deze test wordt standaard niet bij een algehele SOA-test uitgevoerd. Voor deze test moet namelijk specifiek toestemming worden gegeven.

Ho –
Afkorting voor homoseksueel.

Hojo –
Afkorting voor homo-jongere. Verzamelnaam voor homoseksuele jongeren; zowel jongens als meisjes.

Holebi –
Verzamelnaam voor homo, lesbienne en biseksueel.

Holocaust –
De vervolging van en de massamoord op bepaalde bevolkingsgroepen door de Nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog. Behalve zigeuners, Joden, zwakzinnigen en socialisten werden ook veel homoseksuelen hier slachtoffer van. Vast staat dat tijdens de Tweede Wereldoorlog enkele duizenden mannen en vrouwen zijn vermoord, puur op basis van het vermoeden dat ze homoseksueel waren.

Homo-emancipatie –
De ontwikkeling naar tolerantie, acceptatie en integratie van homoseksuelen in de samenleving. In Nederland vooral begonnen vanuit het COC begin jaren ’70. De homo-emancipatie is helaas nog steeds niet voltooid. Zo ervaren bijvoorbeeld allochtone homo’s, homo’s uit christelijke milieu’s en homo’s op het platte land nog geregeld grote problemen omtrent hun homoseksualiteit.

Homofoob –
Iemand die bang is voor homoseksualiteit en homoseksuelen, en daarom geregeld, al dan niet bewust, homoseksuelen discrimineert en/of beledigt.

Homohuwelijk –
Benaming voor het huwelijk tussen twee mannen of twee vrouwen. Feitelijk een foutieve benaming. De wet kent namelijk alleen de term ‘burgerlijk huwelijk’, een wettelijke verbintenis tussen twee mensen (v/m, v/v of m/m). Heeft exact dezelfde wettelijke rechten en plichten die aan het geregistreerd partnerschap zijn verbonden. Het verschil zit erin dat bij een huwelijk de ontbinding via de rechter verloopt. Bij een geregistreerd partnerschap is dat de notaris. Daarnaast is het adoptierecht bij een huwelijk geheel geregeld. Bij een geregistreerd partnerschap is dat niet het geval.

Homomonument –
Monument bij de Westertoren in Amsterdam, dat werd opgericht om alle mannen en vrouwen te herdenken die uitsluitend op grond van hun seksuele voorkeur in de Tweede Wereldoorlog zijn vervolgd en vermoord. Tegelijkertijd is dit monument een markeringspunt van de toegenomen tolerantie en acceptatie van homoseksualiteit.

Homoseksualiteit –
Het seksueel gericht zijn op mensen van de eigen sekse. Deze definitie is niet volledig, want homoseksualiteit is meer dan alleen dat. Voor een duidelijk beeld van wat homoseksualiteit is, raden wij je aan om eens verder te kijken op deze website. Homoseksualiteit wordt als woord ook wel gebruikt als een verzamelnaam voor homoseksualiteit, het lesbisch zijn en biseksualiteit.

Homoseksueel –
Ook wel homo genoemd. Een man die seksueel is gericht op mannen. Homoseksueel wordt als woord ook wel gebruikt als een verzamelnaam voor homoseksueel, biseksueel en lesbisch.

Hotero –
Een homoseksueel die zich bewust gedraagt zoals een heteroseksueel zich (volgens de maatschappelijke normen) behoort te gedragen.

Innie –
Een homoseksueel die na een coming out zijn/haar homoseksualiteit toch verborgen houdt.

Inning –
Het na je coming out toch verborgen houden van je homoseksualiteit.

Jeanettenbal –
Een feest, speciaal voor lesbiennes.

Kast –
Het uit de kast zijn. Zie Coming out.

LAT-relatie –
Relatie waarbij de partners niet samen wonen. LAT staat voor Living Apart Together.

Lesbienne –
Een vrouw die lesbisch is.

Lesbisch –
Een vrouw die seksueel is gericht op vrouwen. Deze definitie is niet volledig, want het lesbisch zijn is meer dan alleen dat. Voor een duidelijk beeld, raden wij je aan om eens verder te kijken op deze website.

Lesbo –
Spreektaal voor lesbienne.

Masturbatie –
Het stimuleren van de eigen geslachtsdelen.

Monogaam –
Het hebben van één seksuele partner. Monogamie is de monogame levenstijl.

Nicht –
Benaming voor een mannelijke homoseksueel, wiens gedrag wordt gezien als vrouwelijk.

Nichterig –
Het als man vertonen van gedrag dat als vrouwelijk (verwijfd) beschouwd wordt. Vaak volgens de vooroordelen die er in de maatschappij over homoseksuelen heersen.

Outing –
Een situatie waarin anderen jouw omgeving inlichten over je geaardheid, zonder jouw uitdrukkelijke toestemming.

Pijpen –
Het met de mond en tong stimuleren van de penis van de partner.

Pijpcondoom –
Speciale condooms waarmee je veilig kan pijpen.

Pot –
Scheldwoord voor lesbienne.

Potenrammer –
Iemand die homoseksuelen lichamelijk mishandelt.

Polygaam –
Het hebben van meer dan één seksuele partner. Polygamie is de polygame levensstijl.

Poofter –
Engelstalig scheldwoord voor homoseksuele man.

Poot –
Scheldwoord voor homoseksuele man.

Porno –
Afkorting van pornografie. Media (tekstueel en/of audio-visueel) welke is gericht op het stimuleren van seksuele gevoelens.

Proto-pot –
Benaming voor een lesbienne, wiens gedrag wordt gezien als mannelijk.

Queer –
Engelstalig scheldwoord voor een homoseksuele man.

Relnicht –
Iemand met zwaar nichterig gedrag.

Roze driehoek –
Symbool, bedacht door Nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog om homoseksuelen makkelijk te kunnen herkennen en uiteindelijk te vervolgen. Mannen die van homoseksualiteit werden verdacht, waren verplicht om op hun kleding een roze driehoek te dragen. Tegenwoordig wordt de roze driehoek door homoseksuelen zelf gebruikt, als positief symbool voor de emancipatie van homoseksualiteit.

Roze maandag –
Eerste maandag van de Tilburgse Kermis. Sinds jaren traditioneel de dag waarop homo’s naar deze kermis gaan en er feest vieren. Zeer laagdrempelig homofestijn waar hetero’s, homo’s, lesbiennes en biseksuelen een gezellige dag uit hebben.

Roze zaterdag –
Homofestijn dat eens per jaar -op een zaterdag- in een Nederlandse stad wordt gehouden. Ontstaan vanuit een emancipatorisch doel. Tegenwoordig meer een feestdag.

Samenlevingscontract –
Schriftelijke overeenkomst (contract) tussen twee mensen (v/m, v/v of m/m). Heeft niet dezelfde wettelijke rechten en plichten die aan het geregistreerd partnerschap of het huwelijk zijn verbonden. Zowat alles moet afzonderlijk notarieel worden vastgelegd.

Scene –
Benaming voor het homowereldje; de homo-subculturen.

SOA –
Afkorting van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen. Beter bekend onder het woord geslachtsziekten.

Trio –
Sekspartij met drie personen.

Veilig vrijen –
Ook bekend als safe sex. Veilig vrijen voorkomt SOA (waaronder HIV). Veilig vrijen staat voor het vermijden van sperma-bloed, sperma-slijmvlies en slijmvlies-slijmvlies contact. Er is een verschil tussen HIV-veilig en SOA-veilig vrijen. Op www.soa.nl vind je meer informatie.

Verliefd –
Gesteldheid waarbij iemand zich seksueel sterk voelt aangetrokken tot een ander.

Vingeren –
Het met de vingers stimuleren van de vrouwelijke geslachtsdelen of anus.